Ruska (automerk)
Toen de bekende Amsterdamse fotograaf Paul Huf in Amerika een pretauto ontdekte die 'buggy' genoemd werd, werd de basis gelegd voor Ruska Buggy's. De enthousiast geworden Huf verzocht in 1969 de Amsterdamse garagehouder Arie Ruska sr. eens zo'n buggy voor hem te bouwen op een Volkswagenonderstel. Het fel rood gekleurde automobieltje met Kevermotor trok al gauw de aandacht en tot hun eigen verbazing kregen de Ruska's steeds meer opdrachten om buggy's te gaan maken. In de jaren zeventig steeg de productie - midden in de Jordaan - naar 250 à 300 per jaar en het aantal modellen naar tien. Ruska Buggy's behoort hiermee tot de meest succesvolle buggybouwers van Nederland. Onder het voortdurend wisselende uiterlijk bleven de betrouwbare Kevermotor, het Keverchassis en het polyester voor de carrosserie ongewijzigd.
Een aantal modellen werd door Arie Ruska sr. zelf ontworpen. Zodra een ontwerp klaar en productierijp werd bevonden, werd er een houten mal gemaakt waarin polyester gegoten werd. Het gieten zelf werd wegens de stankoverlast uitbesteed naar een locatie buiten de stad. Om de zoveel tijd arriveerde er een lading Volkswagen Kevers. Deze werden gestript, de chassis gezandstraald en eventueel ingekort, afhankelijk van het model. De motor werd gereviseerd en de polyester carrosserie passend gemaakt. Daarna werden diverse accessoires en de kap aangebracht. Dit alles werd met de hand met een kleine ploeg monteurs in garage Ruska gefabriceerd en gemonteerd, en vandaar dat Ruska na de overname van Daf door Volvo ook wel de enige zelfstandige automaker van Nederland werd genoemd.
Ook replica's kwamen in het gamma voor, zoals de Ruska Bugatti en de Ruska Regina (losjes gebaseerd op de Morgan). Doe-het-zelvers konden bouwpakketten bestellen en zelf aan de slag.
Het commerciële brein achter Ruska was de vrouw van Arie, Christina, die door haar enthousiasme en verkoopinstinct terecht de bijnaam "Christien de Buggyqueen" verwierf.