Naar inhoud springen

Plusregio

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Apdency (overleg | bijdragen) op 16 jun 2014 om 19:50. (Overzicht plusregio's: Parkstad Limburg valt niet meer onder de Wgr)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Plusregio's

Een plusregio (ook wel stadsregio genoemd) is een regionaal openbaar lichaam van verscheidene Nederlandse gemeenten in een stedelijk gebied waaraan wettelijke taken zijn toebedeeld op grond van hoofdstuk XI van de wet gemeenschappelijke regelingen.

Bestuurlijke achtergrond

In de jaren 90 leefde de gedachte om in bepaalde stedelijke gebieden tot de vorming van stadsprovincies te komen, mengvormen van provincies en gemeenten. Onder de Kaderwet bestuur in verandering zijn toen een aantal regionale openbare lichamen ingesteld die op termijn stadsprovincies moesten gaan vormen.

De Kaderwet is inmiddels komen te vervallen. In plaats hiervan kent de Wet gemeenschappelijke regelingen nu een aantal bepalingen over samenwerking in zogeheten plusregio’s. De oude Kaderwetgebieden gelden nu krachtens de nieuwe regels van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze regels worden aangeduid met Wgr-plus, WGR+, of variaties hierop.

Bestuurlijk gezien is de plusregio een extra bestuurslaag naast het Rijk, de provincie- en de gemeente en het waterschap. Het bestuur van een plusregio wordt niet rechtstreeks door de burger gekozen. Het ontbreken van een rechtstreeks gekozen bestuur wordt in democratisch opzicht als nadeel gezien.

Betrokkenheid provincie en minister BZK

De vorming van een nieuwe plusregio gaat als volgt :

  • Een meerderheid van betrokken gemeenten verzoekt de Provincie alle gemeenten uit te nodigen tot het vormen van een plusregio volgens de regels van de wet gemeenschappelijke regelingen.
  • De Provincie toetst of er een plusregio nodig is voor de ruimtelijke afstemming over volkshuisvesting, bedrijfsvestiging, verkeer en vervoer, recreatie of stedelijk groen.
  • Als dat het geval is nodigt de Provincie alle gemeenten uit binnen een half jaar samen een nieuwe plusregio te vormen. Gemeenten kunnen gedwongen worden deel te nemen. De Provincie en het ministerie van BZK moeten een bericht publiceren in de Staatscourant als een plusregio is gevormd. De minister BZK houdt een register bij van plusregio’s. Doel hiervan is dat op één centrale plaats kan worden nagegaan welke plusregio’s er zijn en wat hun taken en bevoegdheden zijn.

Wettelijke taken plusregio's

Naast genoemde ruimtelijke afstemming zijn er voor de economische ontwikkeling van de regio de volgende wettelijke taken:

  • het periodiek opstellen van een regionaal-economische ontwikkelingsstrategie
  • het vaststellen van beleid voor bedrijventerreinen, kantoorlocaties en detailhandelsvoorzieningen die van regionaal belang zijn, daaronder ook begrepen de zee- en luchthavens en bijbehorende bedrijfslocaties
  • het op hoofdlijnen vaststellen van een regionaal promotie- en acquisitiebeleid gericht op bedrijfsvestiging en toerisme.

Daarnaast is er ook een regionaal grondbeleid met regels voor :

  • het verwerven, onderhoud, beheer en uitgeven van gronden
  • de aanleg van nutsvoorzieningen en hoe kosten daarvan verhaald inclusief hoe de financiële gevolgen worden verdeeld over de gemeenten

Betrokkenheid gemeenten

Gemeenten hebben de volgende taken :

  • genoemde betrokkenheid bij oprichting, wijziging en opheffing
  • het benoemen van leden van het algemeen bestuur van een plusregio.
  • instemmen met de begroting en jaarrekening van de plusregio.
  • samenwerken met de plusregio zelf en regiogemeenten m.n. op de doeluitkeringen van het Rijk.
  • de verplichting mee te werken aan de uitvoering van besluiten van de plusregio.

Kosten en middelen

Er woonden in 2008 ruim 6,4 miljoen inwoners in 112 gemeenten in 8 plusregio's. In 2009 ging ervan uit het Rijk via doeluitkeringen € 1,741 miljard naar WGR-plusregio's. Het overgrote deel van deze middelen zijn doorgegeven naar deelnemende gemeenten.

In stadsregio Amsterdam zijn de kosten van de plus-regio jaarlijks € 2,20 per inwoner en dat is het laagste bedrag per inwoner van alle plusregio's. Stadsregio Den Haag rekent bijvoorbeeld € 5,60 per inwoner, Rotterdam € 4,99 en Eindhoven trekt dit komende jaren op naar € 7. De kosten van stadsregio's bedragen dus tussen de € 13 miljoen en €30 miljoen euro per jaar. Omdat het een gemeenschappelijke regeling tussen gemeenten betreft nemen gemeenten het merendeel van de kosten voor hun rekening. Provincies betalen echter ook mee.

Overzicht plusregio's

Op 1 januari 2006 hebben de samenwerkingsgebieden rond Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Enschede en Hengelo, en Arnhem en Nijmegen de status van plusregio gekregen. Tot die datum was de samenwerking in deze gebieden gebaseerd op de Kaderwet bestuur in verandering.

Met de publicatie in de Staatscourant van 23 maart 2006 is ook Parkstad Limburg een officiële plusregio geworden. In april 2014 raakte het samenwerkingsverband deze status echter weer kwijt.[1][2]

Amsterdam
Rotterdam
Den Haag
Eindhoven
Arnhem-Nijmegen
Plusregio Provincie Gemeenten Inwonertal
1. Stadsregio Amsterdam Noord-Holland Amsterdam, Zaanstad, Haarlemmermeer, Amstelveen, Purmerend, Aalsmeer,Edam-Volendam, Uithoorn, Diemen, Waterland, Wormerland, Ouder-Amstel, Landsmeer, Oostzaan, Beemster, Zeevang 1.567.064[3]
2. Stadsregio Rotterdam Zuid-Holland Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen, Capelle aan den IJssel, Lansingerland, Barendrecht, Ridderkerk, Hellevoetsluis, Maassluis, Krimpen aan den IJssel, Albrandswaard, Brielle, Westvoorne, Bernisse 1.176.558[4]
3. Stadsgewest Haaglanden Zuid-Holland Den Haag, Zoetermeer, Westland, Delft, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp, Wassenaar (gemeente), Midden-Delfland 1.017.425
4. Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Noord-Brabant Eindhoven, Helmond, Veldhoven, Geldrop-Mierlo, Deurne, Valkenswaard, Best, Gemert-Bakel, Nuenen, Laarbeek, Cranendonck, Bladel, Someren, Eersel, Bergeijk, Oirschot, Waalre, Asten, Son en Breugel, Heeze-Leende, Reusel-De Mierden 738.846
5. Stadsregio Arnhem Nijmegen Gelderland Arnhem, Nijmegen, Lingewaard, Overbetuwe, Rheden, Wijchen, Montferland, Zevenaar, Renkum, Duiven, Beuningen, Groesbeek, Heumen, Westervoort, Doesburg, Rijnwaarden, Ubbergen, Mook en Middelaar, Millingen aan de Rijn, Rozendaal 733.432
6. Bestuur Regio Utrecht Utrecht Utrecht, Nieuwegein, Zeist, Houten, De Bilt, Stichtse Vecht, IJsselstein, Vianen, Bunnik 654.524
7. Regio Twente Overijssel Enschede, Hengelo, Almelo, Rijssen-Holten, Hellendoorn, Hof van Twente, Twenterand, Oldenzaal, Dinkelland, Haaksbergen, Wierden, Losser, Borne, Tubbergen 625.356

Afschaffing

Uitgangspunt van het kabinet is een bestuurlijke inrichting die bestaat uit twee niveaus van algemeen bestuur onder het Rijk. In een dergelijke benadering passen volgens het kabinet niet alleen geen deelgemeenten (de afschaffing is aanhangig), maar ook geen blijvende, naar een zelfstandige bestuurslaag op bovenlokaal niveau tenderende Wgr-plusregio’s (intrekkingswet Wgr-plus, mogelijk per 1 januari 2013). Het kabinet heeft aangekondigd om vóór de zomer van 2012 een wetsvoorstel tot intrekking van de Wgr-plus bij de Tweede Kamer te zullen indienen; de wet zou een einde maken aan de verplichte samenwerking in de acht Wgr-plusregio’s en het rechtstreeks toedelen van taken aan deze regio's. De in het regeerakkoord beoogde ingangsdatum van 1 januari 2014 van de wet wordt niet meer gehaald. Het kabinet heeft de ingangsdatum op 1 januari 2015 gesteld. Vrijwillige samenwerking op basis van de Wgr blijft uiteraard mogelijk, want die doet geen afbreuk aan het uitgangspunt dat er drie bestuurslagen van algemeen bestuur zijn.[5]

Andere stedelijke gebieden

Behalve de plusregios zijn er in Nederland ook andere stadsgewesten. Dit zijn o.a.:

Zie ook