Naar inhoud springen

Zwaard van Jutphaas

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Jan Arkesteijn (overleg | bijdragen) op 11 apr 2022 om 14:15. (Plougrescant-Ommerschans-zwaarden: Zwaard van Ommerschans verdient een eigen pagina)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Zwaard van Jutphaas
Zwaard van Jutphaas
Datering 1800 - 1500 v. Chr.
Periode Bronstijd
Cultuur Hilversumcultuur
Archeologische informatie
Vindplaats Jutphaas
Jaar 1947
Collectie Rijksmuseum van Oudheden
Portaal  Portaalicoon   Archeologie

Het Zwaard van Jutphaas is een op een zwaard gelijkend bronzen prestigeobject uit de bronstijd met een datering van circa 1800 - 1500 v. Chr., ten tijde van de Hilversumcultuur. Het heeft een lengte van 42 centimeter en is van uitzonderlijke kwaliteit.

Het "zwaard" werd rond 1947 gevonden tijdens baggerwerkzaamheden voor een haven bij buitenplaats De Liesbosch in de voormalige Nederlandse gemeente Jutphaas. Het werd vervolgens weggegeven aan twee jongens die het aan de muur van hun slaapkamer hingen, waar het jarenlang bleef hangen. In 2004 kocht het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden het aan en sindsdien is het daar te bezichtigen.

Plougrescant-Ommerschans-zwaarden

Totaal heeft men in Nederland, Frankrijk en Engeland zes van zulke nagenoeg identieke "zwaarden" gevonden, die als depotvondst in een natte omgeving gevonden zijn. Al deze zes zeer zeldzame "zwaarden" rekent men tot het type Plougrescant-Ommerschans, vernoemd naar de vindplaatsen van twee van deze "zwaarden". De andere drie zijn gevonden in Beaune, Oxborough en Norfolk. De eerste twee zwaarden zijn in het British Museum.[1][2] De laatste is ontdekt in 2015 nadat deze jaren dienst had gedaan als deurstopper. Deze is als enige verbogen en bevindt zich in de collectie van het Norwich Castle Museum.[3]

Literatuur

  • (en) J.J. Butler en H. Sarfatij, Another Bronze Ceremonial Sword by the Plougrescant-Ommerschans Smith, in: W.A. van Es et al. (red.) (1971), Berichten van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, Volume 20-21, ROB, blz 301-309.