Naar inhoud springen

Europese klimaatwet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Timk70 (overleg | bijdragen) op 2 jul 2023 om 13:35. (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{Infobox wet | citeertitel = Europese klimaatwet | titel = Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 | afkorting = | soort = Europese verordening | toepassingsgebied = Europese Unie | rechtsgebied =...')
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Europese klimaatwet
Citeertitel Europese klimaatwet
Titel Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999
Soort regeling Europese verordening
Toepassingsgebied Europese Unie
Status Geldend
Grondslag Artikel 192, lid 1 VWEU
Goedkeuring en inwerkingtreding
Ingediend op  door Europese Commissie
Aangenomen door Europees Parlement op 24 juni 2021; Raad op 28 juni 2021
Ondertekend op 30 juni 2021
Gepubliceerd op 9 juli 2021
Gepubliceerd in PbEU 2021, L 243
In werking getreden op 29 juli 2021
Lees online
Europese klimaatwet
Portaal  Portaalicoon   Mens & maatschappij

De Europese klimaatwet is een Europese verordening die voor de Europese Unie (EU) bindende reductiedoelstellingen voor broeikasgasemissies vaststelt en een kader biedt voor maatregelen om deze doelstellingen te behalen.

De klimaatwet legt klimaatneutraliteit in 2050 als langetermijndoelstelling voor de EU vast. De tussentijdse doelstelling is om de netto-uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met ten minste 55 % (ten opzichte van 1990) te verminderen. De klimaatwet is het wettelijke kader voor het klimaatbeleid van de EU in de verschillende economische sectoren. De EU en haar lidstaten moeten actie ondernemen om deze klimaatdoelstellingen en de bijdrage van de EU aan het Akkoord van Parijs te bereiken. De uitstoot van broeikasgassen in de EU moet geleidelijk en onomkeerbaar worden verlaagd en de verwijdering van broeikasgassen uit de atmosfeer moet worden verbeterd. De wet vereist ook kwalitatieve maatregelen voor aanpassing aan klimaatverandering die niet meer kan worden voorkomen.

Achtergrond en totstandkoming

In het Akkoord van Parijs, dat in 2016 werd gesloten, hebben de meeste landen ter wereld zich ertoe verbonden de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2°C, zo mogelijk 1,5°C. Daartoe willen de ondertekenende staten hun broeikasgasemissies verminderen in overeenstemming met nationaal vastgestelde bijdragen (NDC's). De Europese Unie als geheel en haar lidstaten zijn partij bij het verdrag en hebben NDC's ingediend.

In haar Europese Green Deal van december 2019 stelde de Europese Commissie voor om de Europese economie koolstofvrij te maken. De lange termijn randvoorwaarden voor de onomkeerbare transitie naar een koolstofvrije economie zouden juridisch bindend worden verankerd in een Europese klimaatwet.[1] Op 4 maart 2020 presenteerde de Commissie een ontwerp van de Europese klimaatwet. Deze voorzag onder andere in een herziening van de bestaande Europese klimaatdoelstelling van 40% reductie van broeikasgasemissies in 2030 ten opzichte van 1990 en het onderzoeken van opties voor een aanscherping naar 50-55%. Broeikasgasneutraliteit moest worden bereikt tegen 2050.[2] Veel milieuverenigingen en wetenschappers bekritiseerden het ontwerp als onvoldoende. Ze bekritiseerden onder andere het ontbreken van tussentijdse doelstellingen.[3][4] Twaalf EU-lidstaten, namelijk Denemarken, Finland, Frankrijk, Italië, Letland, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Slovenië, Spanje en Zweden, riepen op tot een aanscherping van de klimaatdoelstelling voor 2030 vóór de volgende VN-klimaatconferentie in Glasgow in 2021.[5]

In september 2020 presenteerde de Commissie plannen voor een reductiedoel van 55% tegen 2030. Ook bezorgd dat een door de Commissie geplande koolstofputkrediet de klimaatdoelstellingen zou verzwakken, stemde het Europees Parlement op 7 oktober 2020 voor een ambitieuzere tussentijdse doelstelling van -60% tegen 2030 en voor een verdere tussentijdse doelstelling voor 2040.[6] De EU als geheel heeft zich er in december 2020 in haar Nationally Determined Contribution (NDC) aan de Overeenkomst van Parijs toe verbonden om haar broeikasgasemissies tegen 2030 met ten minste 55% te verminderen ten opzichte van 1990.[7] Op 24 juni 2021 heeft het Europarlement de definitieve versie van de wet aangenomen met een reductiedoelstelling van 55%, maar beperkte de boekhouding van negatieve emissies tot maximaal 225 Mt CO2eq. De Europese Raad stemde in op 28 juni 2021.[8] Verordening (EU) 2021/1119 (Europese klimaatwet) trad op 29 juli 2021 in werking.

De klimaatwet biedt een kader voor de inspanningen van de EU op het gebied van mitigatie van en aanpassing aan de klimaatverandering, maar specificeert geen concrete maatregelen. Wel werd bepaald dat de Europese Commissie uiterlijk op 30 juni 2021 moest onderzoeken met welke maatregelen de klimaatdoelstellingen kunnen worden gehaald. Dienovereenkomstig presenteerde de Commissie op 14 juli 2021 een wetgevingspakket, inclusief een subpakket genaamd "Fit for 55" om de -55% emissiereductie tegen 2030 te bereiken.[9][6][10]

Toepassingsgebied

De verordening is van toepassing op antropogene emissies per bron en verwijderingen per put van de belangrijkste broeikasgassen, namelijk koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), lachgas (N2O), zwavelhexafluoride (SF6), stikstoftrifluoride (NF3), fluorkoolwaterstoffen (HFK's) en perfluorkoolwaterstoffen (PFK's).[11][12]

Klimaatdoelen

De EU heeft zich gecommitteerd aan het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen tot "netto nul" in 2050. Dit betekent dat er dan niet meer broeikasgassen mogen worden uitgestoten dan er worden afgebroken in koolstofputten, bijvoorbeeld in bossen of veengebieden.[13] Voor de periode na 2050 streeft de EU naar negatieve emissies, d.w.z. een nettoverwijdering van broeikasgassen uit de atmosfeer.[13]

Als stap in de richting van dit doel wil de EU haar emissies tegen 2030 netto met 55% verminderen ten opzichte van 1990. Een maximum van 225 miljoen ton CO2eq moet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de verwijdering door putten.[14] In 2023 en elke vijf jaar daarna zal een wereldwijde inventarisatie van de klimaatbeschermingsinspanningen van alle partijen worden uitgevoerd in het kader van het Akkoord van Parijs. Uiterlijk zes maanden na de eerste inventarisatie moet de EU-Commissie een tussentijdse doelstelling voor het jaar 2040 voorstellen. Zij kan een wijziging van deze tussentijdse doelstelling aanbevelen na de tweede wereldwijde inventarisatie.[14]

De doelstellingen van de Europese klimaatwet hebben alleen betrekking op de EU als geheel. De lidstaten moeten echter doelstellingen voor het koolstofarm maken van de economie indienen in geïntegreerde nationale energie- en klimaatplannen (NECP's) en strategieën over hoe ze die zullen bereiken. De doelstellingen in de NECP's moeten verenigbaar zijn met die van de EU. Inspanningen om het klimaat te beschermen moeten eerlijk en in een geest van solidariteit tussen de EU-leden worden verdeeld; Duitsland, als economisch sterk land, heeft zich daarom al verbonden tot klimaatneutraliteit in 2045.[12]

Concrete reductiedoelstellingen voor verschillende economische sectoren en voor de lidstaten zijn vastgelegd in andere wetgeving. In Richtlijn 2003/87/EC is het Europees systeem voor emissiehandel vastgelegd, dat emissies in de hele EU in de industrie-, energie-, luchtvaart- en scheepvaartsector bestrijkt en aan een maximum bindt. De Verordening 2018/842 is van toepassing op de overige sectoren van de economie - waaronder voornamelijk gebouwen en vervoer - en stelt concrete emissieplafonds vast voor individuele lidstaten tot 2030. De Verordening 2018/841 – LULUCF-verordening – bevat klimaatverplichtingen voor de lidstaten op het gebied van landgebruik, verandering in landgebruik en bosbouw. Daarnaast is er tal van andere wetgeving van de Unie op het gebied van klimaatbescherming.

Klimaatadaptatie

In de klimaatwet wil de EU haar aanpassingsvermogen aan de opwarming van de aarde voortdurend verbeteren. Daartoe moeten de EU en de afzonderlijke lidstaten coherente aanpassingsstrategieën ontwikkelen. Deze strategieën moeten in alle beleidsterreinen worden geïntegreerd.[15]

Op 24 februari 2021 heeft de EU-Commissie de aanpassingsstrategie "Bouwen aan een klimaatbestendig Europa" voor de EU aangenomen.[16] Deze vervangt de in 2013 aangenomen aanpassingsstrategie die geldig was tot 2021.[17]

Uiterlijk op 30 juli 2022 zal de Commissie richtsnoeren vaststellen met gemeenschappelijke beginselen en procedures voor het identificeren, classificeren en prudentieel beheren van significante fysieke klimaatrisico's bij de planning, ontwikkeling, uitvoering en monitoring van projecten en programma's.

Rapportage en toezicht

Bij de verordening wordt een wetenschappelijke adviesraad inzake klimaatverandering opgericht. Deze heeft tot taak verslag uit te brengen over de klimaatdoelstellingen, acties en emissies van de EU. De rapporten van de adviesraad moeten ingaan op de mate waarin deze overeenstemmen met de verbintenissen in het kader van de Overeenkomst van Parijs en welke andere opties er zijn voor de EU om haar klimaatdoelstellingen te halen.[18]

Met de Europese klimaatwet is ook de Verordening 2018/1999 (governanceverordening) aangepast: Voortgangsrapportages over de nationale energie- en klimaatplannen (NECP) moeten ook ingaan op de klimaatneutraliteitsdoelstelling. Het governancesysteem dat voornamelijk van toepassing was op de hernieuwbare energiesector is uitgebreid naar klimaatbescherming als geheel onder de EU Climate Change Act.[12]

De Commissie moet:[19][20]

  • om de vijf jaar beoordelen of de vooruitgang van de EU en haar lidstaten strookt met de doelstelling van 2050 inzake klimaatneutraliteit, en ook de vooruitgang inzake klimaataanpassing beoordelen;
  • beoordelen of de geplande wetgeving en de begrotingsvoorstellen van de EU stroken met de doelstellingen inzake klimaatverandering
  • aanbevelingen doen aan de lidstaten als hun maatregelen volgens de Commissie niet consistent zijn met klimaatneutraliteit of het aanpassingsvermogen niet verbeteren.

Na elke wereldwijde inventarisatie in het kader van de Overeenkomst van Parijs brengt de EU-Commissie verslag uit aan het EU-parlement en de Raad over de tenuitvoerlegging van de klimaatwet en kan zij daarbij wijzigingen van de wet voorstellen.[21]

Referenties

  1. Europäische Kommission: 52019DC0640 Brüssel, 11. Dezember 2019
  2. Europäisches Klimagesetz. Europäische Kommission. Geraadpleegd op 8 oktober 2020. Gesetzesentwurf: 52020PC0080
  3. Reaktionen auf EU-Klimagesetz. Solarify. Max-Planck-Institut für chemische Energiekonversion (4 maart 2020). Geraadpleegd op 7 januari 2023.
  4. Kritik am Klimagesetz. science.ORF.at (5 maart 2020). Geraadpleegd op 7 januari 2023.
  5. Kommission lässt Ländern wie Polen mehr Zeit. tagesspiegel.de (3 maart 2020). Geraadpleegd op 7 januari 2023.
  6. a b Karin Bäckstrand (26 april 2022). Towards a Climate-Neutral Union by 2050? The European Green Deal, Climate Law, and Green Recovery. Routes to a Resilient European Union (Palgrave Macmillan). DOI: 10.1007/978-3-030-93165-0_3.
  7. Übereinkommen von Paris: Rat übermittelt NDC-Vorlage im Namen der EU und der Mitgliedstaaten. Rat der EU (18 december 2020). Geraadpleegd op 3 januari 2023.
  8. Rat beschließt Europäisches Klimagesetz. Rat der EU (28 juni 2021). Geraadpleegd op 7 januari 2023.
  9. Europäischer Grüner Deal: Kommission schlägt Neuausrichtung von Wirtschaft und Gesellschaft in der EU vor, um Klimaziele zu erreichen. Europäische Kommission (21 juli 2021). Geraadpleegd op 7 januari 2023.
  10. Sabine Schlacke, Helen Wentzien, Eva-Maria Thierjung, Miriam Köster (2022-01). Implementing the EU Climate Law via the ‘Fit for 55’ package. Oxford Open Energy 1. DOI: 10.1093/ooenergy/oiab002.
  11. Sjabloon:EU-Verordnung, Artikel 1 „Gegenstand und Anwendungsbereich“
  12. a b c Sjabloon:Literatur
  13. a b Sjabloon:EU-Verordnung, Artikel 2 „Ziel der Klimaneutralität“
  14. a b Sjabloon:EU-Verordnung, Artikel 4 „Klimazwischenziele der Union“
  15. Sjabloon:EU-Verordnung, Artikel 5 „Anpassung an den Klimawandel“
  16. 52021DC0082 24. Februar 2021
  17. 52013DC0216
  18. Sjabloon:EU-Verordnung, Artikel 3 „Wissenschaftliche Beratung zum Klimawandel“ und Artikel 12 „Änderungen der Verordnung (EG) Nr. 401/2009“
  19. Samenvattingen van de EU-wetgeving - Europese klimaatwet. Europese Unie (29 juli 2021). Geraadpleegd op 2 juli 2023.
  20. Sjabloon:EU-Verordnung, Artikel 6–8 „Bewertung der Fortschritte und Maßnahmen der Union“, „Bewertung der nationalen Maßnahmen“ und „Gemeinsame Bestimmungen für die Bewertung durch die Kommission“
  21. Sjabloon:EU-Verordnung, Artikel 11 „Überprüfung“