Naar inhoud springen

plezier: verschil tussen versies

Uit WikiWoordenboek
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Interwicket (overleg | bijdragen)
Snorrebot (overleg | bijdragen)
k top: lidwoord voor trefwoord, doorloop 1.2
 
(20 tussenliggende versies door 10 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{=nld=}}
{{=nld=}}
{{-pron-}}
{{-pron-}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}}}
*{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}}
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/}}-->
<!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}-->
{{-syll-}}
{{-syll-}}
*ple·zier
*ple·zier
<!--{{-etym-}}
{{-etym-}}
* Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘genoegen’ voor het eerst aangetroffen in 1574 {{sijs}}
*hier komt de etymologie van het woord-->
* {{ebank}}
{{-nlnoun-|{{pn}}|-|{{pn}}tje|{{pn}}tjes}}
{{-nlnoun-|{{pn}}|-|[[{{pn}}tje]]|[[{{pn}}tjes]]}}
{{-noun-}}
'''{{pn}}''' {{n}}
{{-noun-|nld}}
{{-l-|n}}
#een staat van genoegen
#een staat van genoegen
{{bijv-1|Hij ondervond veel '''{{pn}}''' daarvan.}}
{{bijv-1|Hij ondervond veel '''{{pn}}''' daarvan.}}
{{citeer|boek|jaar=2018|auteur=Tim Voors|titel=Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada|uitgave=eBook: Mat-Zet bv, Soest|uitgever=Fontaine Uitgevers|taal=nl|citaat= Ik dacht eerst dat ik tijdens dit experiment niet veel plezier zou hebben en misschien zelfs door de hikers zou worden genegeerd.}}
#iets wat genoegen schept
#iets wat genoegen schept
{{bijv-1|Hij deed haar daarmee een '''{{pn}}tje'''.}}
{{bijv-1|Hij deed haar daarmee een '''{{pn}}tje'''.}}
{{citeer|boek|jaar=2014|auteur=Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)|titel=Tussen rood en zwart |isbn=9789044625691|uitgever=Uitgeverij Prometheus|taal=nl| citaat= Het was gemakkelijk om de Engelsen te haten, ten slotte zo gemakkelijk dat het een plezier was ze te doden. }}
<!-- deze pijlen weghalen als er vertalingen en/of informatie op Wikipedia is/zijn
{{-writ-}}
{{-homo-}}
{{-syn-}}
{{-syn-}}
*[[genoegen]]
{{-ant-}}
{{-ant-}}
*[[onplezier]], [[displezier]]
{{-hypo-}}
{{((}}
*[[dansplezier]]
*[[fietsplezier]]
*[[janplezier]]
*[[kijkplezier]]
*[[kookplezier]]

{{==}}
*[[leesplezier]]
*[[loopplezier]]
*[[luisterplezier]]
*[[reisplezier]]
*[[rijplezier]]
*[[schaatsplezier]]

{{==}}
*[[schrijfplezier]]
*[[skiplezier]]
*[[speelplezier]]
*[[spelplezier]]
*[[surfplezier]]
*[[taalplezier]]

{{==}}
*[[tennisplezier]]
*[[tuinplezier]]
*[[vaarplezier]]
*[[vakantieplezier]]
*[[vertelplezier]]
*[[voetbalplezier]]

{{==}}
*[[wandelplezier]]
*[[waterplezier]]
*[[werkplezier]]
*[[woonplezier]]
*[[zeilplezier]]
*[[zwemplezier]]
{{))}}
{{-drv-}}
{{-drv-}}
{{((}}
*[[onplezierig]]
*[[plezierboot]]
*[[plezierdichter]]
*[[plezierig]]
*[[plezierjacht]]

{{==}}
*[[pleziermaker]]
*[[plezierpaard]]
*[[plezierpapier]]
*[[plezierreis]]
*[[plezierreiziger]]

{{==}}
*[[plezierrijtuig]]
*[[plezierrit]]
*[[plezierroeien]]
*[[pleziertocht]]
*[[pleziertrein]]

{{==}}
*[[pleziertuin]]
*[[pleziervaart]]
*[[pleziervaartuig]]
*[[pleziervliegen]]
*[[pleziervlucht]]
*[[plezierwerk]]
{{))}}
{{-rel-}}
{{-rel-}}
*[[welbehagen]], [[aangenaam]], [[genot]], [[pret]], [[vermaak]]
{{-ref-}}
{{-quot-}}
{{-prov-}}
{{-expr-}}
{{-trans-}}
{{-trans-}}
{{trans-top|}}
{{trans-top|}}
*{{deu}}: {{trad|de|}}
*{{eng}}: {{trad|en|fun}}, {{trad|en|pleasure}}
*{{eng}}: {{trad|en|}}
{{trans-mid}}
{{trans-mid}}
*{{fra}}: {{trad|fr|}}
*{{spa}}: {{trad|es|placer}} {{m}}
*{{spa}}: {{trad|es|}}
{{trans-bottom}}
{{trans-bottom}}
{{-verb-|0}}
{{1ps|plezieren}}
{{-preval-}}
{{wel-GB}}
{{crr13|N=100|V=100}}
{{-info-}}
{{-info-}}
{{refs}}
-->
{{telling|[[telling]]}}

[[en:plezier]]
[[es:plezier]]
[[fr:plezier]]
[[id:plezier]]
[[io:plezier]]
[[pt:plezier]]

Huidige versie van 17 mrt 2024 om 17:18

  • ple·zier
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘genoegen’ voor het eerst aangetroffen in 1574 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord plezier -
verkleinwoord pleziertje pleziertjes

het pleziero

  1. een staat van genoegen
    • Hij ondervond veel plezier daarvan. 
     Ik dacht eerst dat ik tijdens dit experiment niet veel plezier zou hebben en misschien zelfs door de hikers zou worden genegeerd.[3]
  2. iets wat genoegen schept
    • Hij deed haar daarmee een pleziertje. 
     Het was gemakkelijk om de Engelsen te haten, ten slotte zo gemakkelijk dat het een plezier was ze te doden.[4]
vervoeging van
plezieren

plezier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plezieren
    • Ik plezier. 
  2. gebiedende wijs van plezieren
    • Plezier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plezieren
    • Plezier je? 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]