dbo:abstract
|
- El Discurs sobre la Ogdòade i la Ennèade, es el sisè llibre del Còdex VI dels Manuscrits de Nag Hammadi. És un text hermètic escrit en llengua copta encara que originàriament va ser escrit en grec, i es pot datar cap a l'any 200, ja que presenta paral·lelismes amb idees neoplatòniques. No rebutja la religió egípcia, però la fa més espiritual. L'hermetisme és un camí, no una religió. No se sap quin era el seu títol real. En algunes traduccions se l'anomena Discurs de l'octava i la novena, però normalment es manté el nom d'Ogdòade i Ennèade, els noms greco-coptes amb aquest significat que es llegeixen a la primera línia del text conservat. Es creu que es va escriure a Egipte, perquè menciona la ciutat de Diòspolis i a déus amb cara d'animal. Menciona les ensenyances d'Hermes Trismegist (associat al déu Thot) L'Octava i la Novena part fan referència als Eons del cel que rodegen la terra. (ca)
- El Discurso sobre la Ogdóada y la Eneada es uno de los textos del Codex VI de los Manuscritos de Nag Hammadi (6, 52-63) junto a una oración de acción de gracias y a un amplio fragmento del Discurso Perfecto. A diferencia de los otros, el Discurso sobre la Ogdóada y la Enéada era inédito hasta el descubrimiento de los manuscritos en 1945. Su título real no se conoce, sobre la base del tema de la disertación, presentado en 53, 23-26, se le ha dado el título, aunque hay quien lo llama Discurso de la octava y la novena, o bien Discurso sobre la ogdóada y la enneada, manteniendo los términos greco-coptos, porque dicha expresión aparece en la primera línea (52, 1). Así como los otros textos de la biblioteca encontrada son de tema gnóstico, este libro es hermético. No rechazan la religión egipcia, pero intentan hacerla más espiritual: el hermetismo es una vía, no una religión. (es)
- The Discourse on the Eighth and Ninth is an ancient Hermetic treatise. It is one of the three short texts attributed to the legendary Hellenistic figure Hermes Trismegistus that were discovered among the Nag Hammadi findings. Insufficient information has survived from the manuscript to reconstruct the original title, and so the modern title has been taken from an expression in the treatise itself. References to the Egyptian city of Diospolis and to hieroglyphic characters, as well as certain affinities with the Middle Platonist philosopher Albinus (fl. c. 150 CE), point to a composition in Roman Egypt somewhere in the second century CE. It only exists in a Coptic translation, the original Greek being lost. (en)
- De Inwijding in de achtste en negende sfeer, ook wel de Verhandeling over de Ogdoade en de Enneade, is een hermetische tekst uit het Romeinse Egypte van de late oudheid die werd toegeschreven aan Hermes Trismegistus, een legendarische wijsgeer. De tekst is bewaard gebleven in een Koptische vertaling, die onderdeel was van de vondst van de Nag Hammadigeschriften in 1945. Er moet een oorspronkelijk Griekse tekst zijn geweest in de tweede eeuw, maar daar is nooit iets van gevonden. Het geschrift heeft de vorm van een dialoog tussen Hermes Trismegistus en een onbekende leerling in aanwezigheid van een aantal leden van een hermetische gemeenschap. Een aantal gebeden wordt bijvoorbeeld gezamenlijk uitgesproken. De bedoeling is dat de leerling de hoogste graad van inwijding ontvangt. Dat is de ervaring van de goddelijke wereld in de achtste en negende hemelsfeer. In het hermetisme werden de eerste zeven inwijdingsgraden gekoppeld aan de zeven hemelsferen van de planeten. De achtste was die van de sterren als voorportaal van de goddelijke wereld en de negende is de goddelijke wereld of God zelf. De inwijding tot en met de zevende graad ligt binnen het bereik van menselijk handelen. Het vereist een vroom leven van ascese naar de wil en wet van God. In het gezamenlijk gebed wordt dat uitgedrukt met Heer geef ons de wijsheid vanuit uw Macht die tot ons doordringt, zodat wij met elkaar kunnen spreken over de aanschouwing van de achtste en negende sfeer. Wij hebben de zevende sfeer reeds bereikt, want wij zijn vroom en handelen naar uw wet. En uw wil volbrengen wij te allen tijde. Het aanschouwen en bereiken van de achtste en negende sfeer is echter een gave van God. Die gave kan in zekere mate worden afgedwongen met magische formules waarin de geheime godsnaam aanwezig is. In dit werk onder meer: Zõxathazõ a õõ ee õõõ ẽẽẽ õõõõ iiii õõõõõ ooooo õõõõõ uuuuuu õõõõõõõ õõõõõõõ õõõõõõõõ Zõzazõth In Poimandres, het eerste traktaat van het Corpus Hermeticum, wordt eveneens een opstijging naar de achtste en negende sfeer beschreven, maar als een ervaring na het overlijden. Latere hermetici hebben dit gezien als een ervaring van Hermes zelf tijdens zijn leven. In de Inwijding in de achtste en negende sfeer blijkt, dat ook voor gevorderden in het hermetisme de beleving van de goddelijke werkelijkheid als een extatische ervaring mogelijk was. In de tekst drukt de leerling dit uit met Ik zie, ik zie onuitsprekelijke diepten [...] Ik zie ook een Geest die de ziel beweegt. Ik zie hem, die mij beweegt in een heilige extase. U geeft mij kracht, Ik zie mijzelf! Ik wil spreken! Vrees weerhoudt mij! Ik heb het begin gevonden van de macht die boven alle machten is, een begin dat zelf geen begin heeft. […] Ik heb gezien! Het is onmogelijk dat in woorden uit te drukken. In de tekst volgt na deze ervaring een lofprijzing aan God. Hierna krijgt de leerling de opdracht van Hermes de gebeurtenissen te beschrijven op turkooizen stèles en die te plaatsen in zijn heiligdom in Hermopolis, waar zich de acht bewakers bevinden die bekend staan als de Ogdoade van Hermopolis. Tevens moet hij een bezwering schrijven om te voorkomen dat lezers de genoemde geheime godsnaam zouden kunnen gebruiken voor slechte doeleinden: 'Want met hen, die de bezwering respecteren zal God zich verenigen, evenals allen die wij genoemd hebben, maar wie zich niet aan de bezwering houdt, zal door de toorn van ieder van hen getroffen worden.' (nl)
- O Discurso sobre o Oitavo e o Nono (NHC VI, 6) ou Discurso sobre a Ogdóade e a Enéade é um dos três textos herméticos existentes na Biblioteca de Nag Hammadi escrito por volta de 200 a 100 d.C. (pt)
|
rdfs:comment
|
- O Discurso sobre o Oitavo e o Nono (NHC VI, 6) ou Discurso sobre a Ogdóade e a Enéade é um dos três textos herméticos existentes na Biblioteca de Nag Hammadi escrito por volta de 200 a 100 d.C. (pt)
- El Discurs sobre la Ogdòade i la Ennèade, es el sisè llibre del Còdex VI dels Manuscrits de Nag Hammadi. És un text hermètic escrit en llengua copta encara que originàriament va ser escrit en grec, i es pot datar cap a l'any 200, ja que presenta paral·lelismes amb idees neoplatòniques. No rebutja la religió egípcia, però la fa més espiritual. L'hermetisme és un camí, no una religió. (ca)
- El Discurso sobre la Ogdóada y la Eneada es uno de los textos del Codex VI de los Manuscritos de Nag Hammadi (6, 52-63) junto a una oración de acción de gracias y a un amplio fragmento del Discurso Perfecto. A diferencia de los otros, el Discurso sobre la Ogdóada y la Enéada era inédito hasta el descubrimiento de los manuscritos en 1945. (es)
- The Discourse on the Eighth and Ninth is an ancient Hermetic treatise. It is one of the three short texts attributed to the legendary Hellenistic figure Hermes Trismegistus that were discovered among the Nag Hammadi findings. (en)
- De Inwijding in de achtste en negende sfeer, ook wel de Verhandeling over de Ogdoade en de Enneade, is een hermetische tekst uit het Romeinse Egypte van de late oudheid die werd toegeschreven aan Hermes Trismegistus, een legendarische wijsgeer. De tekst is bewaard gebleven in een Koptische vertaling, die onderdeel was van de vondst van de Nag Hammadigeschriften in 1945. Er moet een oorspronkelijk Griekse tekst zijn geweest in de tweede eeuw, maar daar is nooit iets van gevonden. Zõxathazõ a õõ ee õõõ ẽẽẽ õõõõ iiii õõõõõ ooooo õõõõõ uuuuuu õõõõõõõ õõõõõõõ õõõõõõõõ Zõzazõth (nl)
|