Zuidoost-Azië
Zuidoost-Azië is een regio in het zuidoosten van Azië. Het bestaat uit het vasteland van Indochina, Thailand en Burma (Myanmar), het Maleisisch Schiereiland en de eilanden van de Sunda-eilanden, en de Filipijnen. Met een landoppervlak van rond de 4 miljoen km² strekt dit gebied zich uit over 35 lengte- en 50 breedtegraden.
Zuidoost-Azië werd rond de Tweede Wereldoorlog voor het eerst als apart werelddeel aangemerkt door geografen die een regio herkenden die noch tot China, noch tot India, noch tot het Pacifische gebied behoort. Daarvoor werd het gebied meestal gezien als onderdeel van het grotere geheel van "Indië". Vrijwel heel Zuidoost-Azië heeft een tropisch klimaat. In het noorden is sprake van een moessonklimaat met natte en droge jaargetijden, terwijl het zuiden en oosten (met name de Sunda-eilanden en de Filipijnen) een regenwoudklimaat kennen, waarin er het gehele jaar veel regen valt.
In totaal liggen in het gebied elf onafhankelijke staten met sterk uiteenlopende bevolking en culturen. Er woonden in 2004 meer dan 550 miljoen mensen in de regio, dat is ongeveer 8% van de wereldbevolking. Eenvijfde van hen (110 miljoen) woonde op het Indonesische eiland Java alleen. In het noorden (Burma, Thailand, Laos en Cambodia) is de cultuur van de meerderheid gebaseerd op het Theravada-boeddhisme. Het zuiden (Maleisië, Singapore, Brunei en Indonesië) is in grote meerderheid deel van de islamitische wereld. In het oosten van Indochina (Vietnam, Hainan) is de Chinese cultuur dominant en de Filipijnen kennen sterke Europese en Amerikaanse invloeden. Hoewel de cultuur van Zuidoost-Azië deels voortkomt uit die van China en India, heeft de regio zijn eigen afwijkende, culturele, sociale, religieuze en politieke tradities. Het huidige Zuidoost-Azië (met uitzondering van Burma) is een gebied van snelle economische groei, wat zich uit in gestegen welvaart en snelle verstedelijking. De landen van de regio zijn economisch verenigd in het samenwerkingsverband ASEAN, dat zich inzet voor meer economische groei en vreedzame samenwerking.
Flora en fauna
Zuidoost-Azië kent een warm en vochtig tropisch klimaat met moessonregens. Er leeft een enorme biodiversiteit aan dieren; specifiek uit deze regio afkomstig zijn de orang-oetan, de Aziatische olifant, de Maleise tapir, de Sumatraanse neushoorn, de Borneose nevelpanter en de beermarter. Op Sumatra leven drie verschillende ondersoorten van tijgers: de Sumatraanse tijger, de Maleise tijger en de Noord-Indochinese tijger. Van deze laatste wordt overigens vermoed dat hij intussen reeds uitgestorven is in het wild, maar hierover bestaat wetenschappelijk gezien geen consensus.
Op het eiland Komodo en andere eilanden van Indonesië leeft tevens ’s werelds grootste hagedis, de Komodovaraan.
De apenarend is de nationale vogel van de Filipijnen. Door wetenschappers wordt deze vogel beschouwd als de grootste arend ter wereld. Hij is overigens endemisch in de Filipijnse bossen, wat wil zeggen dat hij enkel daar in het wild leeft. Verder leven er in Zuidoost-Azië veel pauwen, Drongo's en neushoornvogels.
Ook runderen leven wijdverspreid in Zuidoost-Azië. Zo zijn er onder meer de anoa en de waterbuffel. Ook de gaur en dwergherten komen er veelvuldig voor. Ook bekend zijn de wilde varkens die in de regenwouden leven: Babiroessa's.
Zie ook
Sjabloon:Navigatie regio's Azië