Naar inhoud springen

Joseph Paul Gaimard

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Joseph Paul Gaimard
Joseph Paul Gaimard (steendruk gemaakt door Emile Lassalle)
Joseph Paul Gaimard (steendruk gemaakt door Emile Lassalle)
Algemene informatie
Geboren 31 januari 1793
Saint-Zacharie
Overleden 10 december 1858
Parijs
Nationaliteit(en) Vlag van Frankrijk Frankrijk
Beroep(en) Ontdekkingreiziger, natuuronderzoeker
Bekend van Beschreef groot aantal diersoorten
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Aardwetenschappen

Joseph Paul Gaimard (Saint-Zacharie in Frankrijk, 31 januari 1793Parijs, 10 december 1858) was een Franse ontdekkingsreiziger, arts-marine-officier en natuuronderzoeker. Hij werd vooral bekend om zijn reisverslagen met beschrijvingen van nieuwe diersoorten voor de wetenschap.

Gaimard werd geboren in Saint-Zacharie. Zijn vader heeft hij nauwelijks gekend, want die kwam om bij een royalistische opstand in 1799. Hij werd opgevoed door zijn moeder en een tante. Hij volgde een medisch opleiding aan een instelling van de Franse marine in Toulon en werd daardoor assistent chirurgijn. Hij diende gedurende militaire acties tot hij in 1816 werd bevorderd tot chirurgijn derde klasse.

Zijn reizen rond de wereld

[bewerken | brontekst bewerken]

In mei 1817 begon zijn eerste wereldreis op het korvet de "Uranie" onder commando van Louis de Freycinet. Op 12 februari 1820 leed de expeditie schipbreuk in de buurt van Kaap Hoorn. Louis de Freycinet wist zowel de bemanning als veel resultaten van het uitgevoerde onderzoek in veiligheid te brengen met een ander schip. Gaimard oogstte veel lof van Georges Cuvier voor het materiaal dat hij tijdens deze expeditie had verzameld voor het Muséum national d'histoire naturelle.

Tussen 1821 en 1825 maakte Gaimard een studiereis naar Engeland. In april 1826 ging hij als scheepsarts en natuuronderzoeker samen met Jean René Constant Quoy op reis met het schip de "Astrolabe" onder commando van Jules Dumont d'Urville. Tijdens deze expeditie deed hij onderzoek op het eiland Vanikoro (Salomonseilanden). Eerder was daar in de buurt een ander Frans schip vergaan. In november 1828 ontscheepte hij op het eiland Réunion wegens ziekte en keerde terug met een ander schip naar Frankrijk, waar hij in april 1829 arriveerde. Op dit korvet, de "Bayonnaise" bleef hij in dienst en werd uitgezonden op een missie om studie te maken van de bestrijding van de infectieziekte cholera in Oost-Europa. Hij werd zelf ook ziek en keerde via Estland terug naar Frankrijk.

Zijn reizen naar Noord-Europa en Groenland

[bewerken | brontekst bewerken]
Zicht op Reykjavik. Gravure 1835.

In 1829 werd hij voorzitter van een wetenschappelijke commissie die onderzoek zou verrichten op IJsland en Groenland. Gaimard had de leiding over vier expedities in respectievelijk de zomers van 1835 1836, 1838 en 1839 in het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan op zoek naar een Frans schip dat daar in 1833 was vergaan. Tijdens de eerste expeditie in 1835 werd vooral onderzoek gedaan rond IJsland aan de flora, fauna, geologie, meteorologie en astronomie. In 1836 ging hij weer op expeditie naar IJsland en Groenland. Het onderzoekteam werd toen uitgebreid met onder andere een letterkundige die studie maakte van talen en literatuur van IJsland. In 1839 en 1839 reisde hij weer noordwaarts met een nog groter team van deskundigen en werden onderzoekingen verricht in Lapland, op de Faeröer en Svalbard.

Na 1839 was hij vooral bezig met het schrijven en redigeren van de onderzoekresultaten die de expedities van de Uranie en de Astrolabe hadden opgeleverd. Voor zijn werk ontving hij een prestigieuze onderscheiding van de (franse) Académie des sciences. In 1848 verliet hij de actieve dienst.

Zijn nalatenschap

[bewerken | brontekst bewerken]
Studiemateriaal van Quoy & Gaimard, 1833.

Hij is soortauteur van 41 vogelsoorten (36 samen met Jean René Constant Quoy) zoals het zwart boshoen (Megapodius freycinet) en de roodrugbuizerd (Geranoaetus polyosoma).[1] Als eerbetoon aan hem zijn een groot aantal diersoorten naar hem vernoemd zoals de Tasmaanse borstelstaartkangoeroerat (Bettongia gaimardi) en de roodpootaalscholver (Phalacrocorax gaimardi).