Lijst van staten in het Heilige Roomse Rijk (B)
Uiterlijk
Dit is een lijst van staten in het Heilige Roomse Rijk die beginnen met de letter B.
Naam | Type | Kreits | Bank | Gevormd | Notities |
---|---|---|---|---|---|
Baar | Landgraafschap | Swab | 1500: Bij de Zwabische Kreits | ||
Babenhausen | Vorstendom | 1237: eerste notie van de heerlijkheid Babenhausen 1100s: Babenhausen en Schonegg deel van de heerlijkheid Kellmunz 1200-1300s: Bij de heren van Schonegg 1378: Bij de heren van Rechberg 1539: Anton Fugger kocht de heerlijkheid Babenhausen 1803: heerlijkheiden Babenhausen, Boos en Kettershausen samengebracht in het vorstendom Babenhausen voor de familie Fugger 1806: Bij Beieren | |||
Babenhausen-Mindelheim-Cellmünz | Heerlijkheid | 1432: Opgedeeld vanuit Staufeneck-Babenhausen | 1487: Opgedeeld in Frundsburg en Kronburg | ||
Baden | Markgraafschap | PR | c960 | 1190: Verdeeld in Baden-Baden en Baden-Hachberg 1362: HRR markgraaf 1387: Kreeg een deel van het graafschap Eberstein 1500: Deel van de Zwabische Kreits 1535: Verdeeld in het oppermarkgraafschap Baden (Baden-Baden) en nedermarkgraafschap Baden (Baden-Durlach) 1582: HRR Raad van Vorsten 1771: Baden-Baden lijn sterft uit; Baden wordt verenigd 1803: Keurvorst 1806: Komt bij de Rijnconfederatie als een groothertogdom 1871: Gaat bij het Duitse Rijk Titel:Groothertog van Baden, hertog van Zähringen, landgraaf van Nellenburg, etc., erfheer van [Ober- und Erbherr] in Baar & Stühlingen, Heiligenberg, Hausen, Möskirch, Hohenhöwen, Wildenstein & Waldsberg, Mosbach & Dürn, Bischofsheim, Hardheim & Lauda, de Klettgau, Krautheim, Wertheim, Neudenau & Billigheim, graaf van Salem, Petershausen & Hanau | |
Baden-Baden | Markgraafschap | Zwab | PR | 1190: Afgesplitst van Baden | 1291: Verdeeld in Baden-Baden, Baden-Eberstein en Baden-Pforzheim 1335: verdeeld tussen Baden-Eberstein en Baden-Pforzheim 1348: Afgesplitst van Baden-Pforzheim 1515: In zichzelf verdeeld, Baden-Durlach en Baden-Sponheim 1536: In zichzelf gedeeld in Baden-Rodemachern 1588: Geannexeerd door Baden-Rodemachern 1622: Afgesplitst uit het Baden-Durlach 1771: Verenigd met Baden-Durlach tot Baden |
Baden-Durlach | Markgraafschap | Zwab | PR | 1515: Afgesplitst uit Baden | 1577: In zichzelf verdeeld, Baden-Hachberg en Baden-Sausenburg 1771: Verenigd met t Baden-Baden tot Baden |
Baden-Eberstein | Markgraafschap | 1291: Afgesplitst uit Baden | 1353: Samengevoegd met Baden-Pforzheim | ||
Baden-Hochberg | Markgraafschap | Zwab | https://web.archive.org/web/20181106003146/https://www.wikidata.org/wiki/Q6641397 | 1190: Afgesplitst uit Baden | Ook genaamd Baden-Hachberg 1290: Verdeeld in zichzelf Baden-Sausenburg 1415: Samengevoegd met Baden-Baden 1482: Afgesplitst van Baden-Baden 1488: Aangehecht bij Baden-Baden 1577: Afgesplitst van Baden-Durlach 1591: Aangehecht bij Baden-Durlach |
Baden-Pforzheim | Markgraafschap | n/a | n/a | 1291: Afgesplitst van Baden-Baden | 1315: In zichzelf verdeeld en Baden-Baden 1361: Aangesloten bij[ Baden-Baden |
Baden-Rodemachern | Markgraafschap | Swab | 1537: Afgesplitst uit Baden | 1575: In zichzelf verdeeld en Baden-Rodenheim 1596: Aangehecht bij Baden-Durlach 1622: Afgesplitst van Baden-Durlach 1666: Aangehecht bij Baden-Baden | |
Baden-Rodenheim | Markgraafschap | Zwab | 1575: Afgesplitst uit Baden-Rodemachern | 1620: Aangehecht aan Baden-Durlach | |
Baden-Sausenberg | Markgraafschap | Zwab | PR | 1290: Afgesplitst van Baden-Hachberg | 1503: Aangehecht bij Baden-Baden 1577: Afgesplitst van Baden-Durlach 1604: Aangehecht bij Baden-Durlach |
Baden-Sponheim | Markgraafschap | Upp Rhen | 1515: Afgesplitst van Baden-Baden | 1533: Aangehecht bij Baden-Baden | |
Badenweiler | Heerlijkheid | 1028: Eerste vermelding 1503: geërfd door Baden-Baden | |||
Baindt | Abdij | Zwab | 1793: Raad van Vorsten | ||
Bamberg | Prinsbisdom | Franc | EC | 1007 | c1242: Prinsbisdom 1500: Frankische Kreits 1793: Raad van Vorsten 1802: Aangehecht bij Beieren 1803: Geseculariseerd tot Beieren |
Bar Bar-le-Duc Barrois |
Hertogdom | Upp Rhen | 951 | 951: Graafschap 959-1033: Neder-Lotharingen 1197-1214: Unie van Bar en Luxemburg 1301: Vazal van de koning van Frankrijk voor het westelijke deel van zijn gebied (Barrois Mouvant) en vazal van het HRR voor het oostelijk deel 1354: Keizer Karel IV gaf hem de titel van markgraaf van Pont-à-Mousson en de rang van prins tot hertog van Bar 1399: Bar erft de heerlijkheid Cassel 1473: Unie van Bar en hertogdom Lotharingen 1480: Permanent verenigd 1508: Geërfd door Lotharingen 1582: HRR Raad van Vorsten 1634-1659, 1670–1697, 1702-1714: Franse bezetting 1766: Samen met Lotharingen, permanent geannexeerd door Frankrijk | |
Barby | Graafschap | Upp Sax | 1497 | 961: Eerst vermelding 974: Keizer gaf Barby aan zijn zus, Mathilde, Overste van Quedlinburg 1050: Aan de heren van Arnstein als een keizerlijk leen Verdeeld in: Barby-Arnstein (1209–1284), Barby-Barby (1213-1651), Barby-Lindow (1211–1372), Barby-Mühlingen (1565–1659) en Barby-Ruppin 1497: HRR graafschap 1524: Barby-Rupin bij Brandenburg 1651: Barby-Barby bij Barby-Mühlingen (1360–1524) 1659: Barby-Mühlingen bij Saksen-Weissenfels 1372: Barby-Lindow bij Anhalt 1659: Bij de keurvorst van Saksen. | |
Barmstedt | Heerlijkheid | Verkregen door het graafschap Rantzau | |||
Basel | Prinsbisdom | Upp Rhen | EC | 999 | 1579: Geallieerd met Zwitserland 1792: Aangehecht bij de Rauraakse Republiek 1793: Raad van Prinsen 1801: aangesloten bij Baden en Frankrijk. |
Bazel | Vrije keizerlijke stad | n/a | 374: eerste vermelding als "Basilea" Aan de bisschop van Bazel 1356: Kreeg eigen rechten (Eigen munt, gebruiken en rechtspraak) 1386: Vrije keizerlijke stad 1501: Gaat bij de Zwitserse Confederatie 1648: Verlaat het keizerrijk | ||
Bassenheim | Heerlijkheid | Bij Waldbott van Bassenheim 1729: HRR heerlijkheid | |||
Beieren | Koninkrijk | Bav | EL | 6de eeuw | 888: Beieren wordt een stamhertogdom 889-1180: Geregeerd door de Welfen 1180-1918: geregeerd door de Wittelsbachs 1185: Geërfd door de burggraven van Regensburg 1214: Versterkt met het Paltsgraafschap aan de Rijn 1238: Geërfd land van de graven van Valai Land van de graven van Borgen Land van de graven van Wassenburg 1255: Eerste verdeling in Opper-Beieren (Paltsgraafschap en Regensburg) en Neder-Beieren 1310: Verdeling Opper-Beieren in Beieren-Munchen en Beieren-Ingolstadt 1314: Verdeling van het Paltsgraafschap (Ook het Opper-Paltsgraafschap) en Beieren 1340: Neder-Beierse lijn sterft uit 1349: Verdeling van het Wittelsbach patrimonium in: Opper-Beieren en Brandenburg; Beieren-Munchen; Neder-Beieren; en Holland, Zeeland, Friesland en Henegouwen 1392: Verdeling in Beieren-Ingolstadt (sterft uit in 1447), Beieren-Landshut (sterft uit in 1503) en Beieren-Munich 1500: Beierse Kreits 1545: Beieren verenigd na vele verdelingen 1582: HRR Raad van Vorsten 1618: Verwerft Mundelheim van de baronnen van Maxlrain Verwerft het landgraafschap Leuchtenberg 1623: Stem van het paltsgraafschap aan de Rijn en het opper-paltsgraafschap gaan over bij Beieren 1806: Wordt een koninkrijk, en sluit zich dan aan bij de Rijnconfederatie Titel: “koning van Beieren, paltsgraaf van de Rijn, hertog van Beieren, Frankenland & Zwaben, etc. |
Beieren-Ingolstadt | Hertogdom | 1392: Afgesplitst van Beieren-Landshut | 1445: Aangehecht bij Beieren-München | ||
Beieren-Landshut | Hertogdom | 1353: Afgesplitst uit Neder-Beieren | 1503: Aangehecht aan Beieren-München | ||
Beieren-München | Hertogdom | 1392: Afgesplitst uit Beieren-Landshut | 1505: Werd het hertogdom Beieren | ||
Beieren-Straubing | Hertogdom | 1353: Afgesplitst uit Neder-Beieren | 1425: Verdeeld tussen Beieren-Ingolstadt, Beieren-Landshut en Beieren-München | ||
Beiers-Naumburg | Heerlijkheid | 1316: Afgesplitst uit Querfurt | 1496: Samengevoegd met Mansfeld | ||
Bayreuth | Vorstendom | 1194: Eerste vermelding van Bayreuth 1248: Bij de graven van Zollern & burggraven van Nuremberg 1363: Graaf van Zollern als HRR vorsten 1398: Vorstendom 1420-1440: Neder-Neurenberg 1457-1486: Geregeerd door Ansbach 1495-1515: Geregeerd door Ansbach 1500: Frankische Kreits 1557-1603: Geregeerd door Ansbach 1791: Ondergebracht bij Pruisen 1806: Frans bestuur 1810: Bij Beieren titel: Prins en markgraaf van Bayreuth | |||
Beckenried | Abdij | HRR abdij | |||
Bedburg | Graafschap | 1465: Afgesplitst uit Neuenahr | 1519: Aangehecht aan Moers | ||
Beichlingen | Heerlijkheid | 1144 | 1275: Verdeeld in Beichlingen-Beichlingen en Beichlingen-Rothenburg 1567: Aangehecht aan Gleichen | ||
Beilstein | Graafschap | 1500: Nederrijns-Westfaalse Kreits 1512: Keur-Rijnse Kreits 1679: De heerlijkheid werd een graafschap (huis Metternich) | |||
Belfort | Rechtsgebied | 1200s: Bij de graven van Montbeliard 1307: Kreeg een Charter Bij Oostenrijk 1648: Afgestaan aan Frankrijk Lodewijk XIV van Frankrijk gaf het als leen aan Kardinaal Mazarin | |||
Benevento | Hertogdom | 576 | 899: Atenulf I van Capua verovert Benevento en verenigt de twee hertogdommen 1053: Bij de Kerkelijke Staat | ||
Bentheim Graaf van Bentheim, Tecklenburg, Steinfurt & Limburg, heer van Rheda, Wevelinghoven, Hoya, Alpen, Helpenstein, baron van Lennep, erfheer van Keulen |
Graafschap (1182) 1486: HRR graafschap |
Low Rhen | WE | 1050 | 1115: Gegeven aan Otto I van Salm Huwelijk van Otto's erfgename, Sophia (hertogdom 1176), gravin van Rheineck, Salm en Bentheim met Dirk VI van Holland 1146-1182: een leen van het Prinsbisdom Utrecht 1176: gegeven aan de graven van Holland 1263: Aangehecht aan het graafschap Tecklenburg 1277: verdeeld in Bentheim-Tecklenburg en Bentheim-Bentheim 1421/1468: Bentheim wordt een leen van het keizerrijk 1500: Nederrijns-Westfaalse Kreits 1530-1643: Bij het graafschap Steinfurt 1606/1610: Verdeling in Bentheim-Tecklenburg (met Rheda en Hohenlimburg) en Bentheim-Steinfurt 1752: Bentheim werd ingenomen door de keurvorst van Hannover 1804: Aangehecht aan Steinfurt 1806: aangesloten bij Berg 1810: Aangehecht aan Frankrijk 1815: bij Hannover |
Bentheim-Alpen | Graafschap (1606–1629) | ||||
Bentheim-Bentheim | Graafschap (1277–1530, 1643–1753, 1753–1803) | 1277: Afgesplitst uit Bentheim (zoals Bentheim-Tecklenburg) | 1530: Lijn van Bentheim-Bentheim sterft uit; Bentheim gegeven aan Arnold II van Bentheim-Steinfurt 1753-1803: Ingenomen voor de keurvorst van Hannover 1803: Bentheim verenigd met Bentheim-Steinfurt | ||
Bentheim-Limburg | Graafschap (1606–1632) | ||||
Bentheim-Lingen | Graafschap (1450–1555) | ||||
Bentheim-Steinfurt | Graafschap (1454-1803) Prins van Bentheim-Steinfurt in Pruisen |
Low Rhen | WE | 1454: Splitst af van het graafschap Bentheim-Bentheim | 1643: Verdeeld in Bentheim-Steinfurt en Bentheim-Bentheim 1806: aangesloten bij Berg (dat Bentheim kreeg) en Pruisen (dat Steinfurt verkreeg) |
Bentheim-Tecklenburg | Graafschap (1277–1557) 1817: Prins van Bentheim-Tecklenburg in Pruisen |
1277: Afgesplitst uit Bentheim (zoals Bentheim-Bentheim) | |||
Bentheim-Tecklenburg-Rheda | Graafschap (1606–1806) | 1606: Afgesplitst uit Bentheim-Steinfurt | 1806: aangesloten bij Pruisen | ||
Bentinck HRR graaf van Bentinck en Aldenburg, heer van de vrije heerlijkheid Knyphausen, edele heer van Varel |
HRR graven (1732) | 1733/1800 heer van Knyphausen & Varel Aug 1806-1807 soeverein heer van Knyphausen & Varel 1814/15 heren van Knyphausen & Varel onder het bewind van Oldenburg | |||
Berchtesgaden Prins, provoost en heer van Berchtesgaden |
Proosdij | Bav | 1491 | 1108: Abdij 1491: Proosdij van het HRR 1500: Beierse Kreits 1803: aangehecht bij Salzburg 1793: Raad van Vorsten 1803: Aangehecht bij Salzburg 1805: Aangehecht aan Oostenrijk 1809: Aangehecht aan Beieren. | |
Berg | Hertogdom | Low Rhen | PR | 1077 | 1077: Graafschap van de graven van Berg (later graven van Isenberg, Altena en Limburg Styrum), en nakomelingen van het Huis Ezzonen 1218: Graafschap, bij het hertogdom Limburg 1380: Hertogdom 1437: Bij het hertogdom Gulik 1511: Bij het hertogdom Kleef 1521: Aangehecht aan Mark en Kleef 1582: HRR Raad van Vorsten 1609: Successieoorlog 1614: Bij het vorstendom Palts-Neuburg 1685: bij het Paltsgraafschap aan de Rijn 1777: Bij Beieren 1806: Bij het groothertogdom Berg 1815: Bij Pruisen |
Bern Berne |
Keizerlijke vrijstad (1218) | 1218: Afgesplitst van Zähringen | 1191: Gesticht door hertog Berthold V van Zähringen 1353: Komt bij de Zwitserse Confederatie 1415: Veroverd door Aargau 1536: Veroverd door Vaud 1648: Verliet het keizerrijk 1798: Franse bezetting | ||
Besançon | Prins-aartsbisdom | EC | 1512: Bourgondische Kreits 1792: Geannexeerd door Frankrijk 1793: Raad van Vorsten | ||
Besançon | Keizerlijke stad (1184) | Burg | 1300s: Ingenomen door de hertogen van Bourgondië 1477-1674: doorgegeven aan het huis Habsburg 1648: Geannexeerd door het vrijgraafschap Bourgondië ("Franche-Comté") 1674: Afgestaan aan Frankrijk | ||
Biberach an der Riß | Keizerlijke stad | Swab | SW | 1180 | 1803: Aangehecht aan Württemberg |
Billung Mark | Markgraafschap | 928 | 983: Veroverd door de Abodriten | ||
Bilstein | Graafschap | 1073 | 1145: Eerste vermelding van de "graven van Bilstein" 1301: Lijn van graven sterft uit; Bilstein verkocht aan Hesse 1303: Aangehecht aanHessen | ||
Binnen-Oostenrijk | Hertogdom | 1379: Verdeeld uit Oostenrijk | 1406: Aangesloten bij Oostenrijk | ||
Birkenfeld | Graafschap (1569) 1817: Vorstendom |
1444: Deel van Zweibrücken 1801: Geannexeerd door Frankrijk 1816: Pruisische overheersing 1817: Vorstendom Birkenfeld in personele unie met Oldenburg | |||
Bitburg | Abdij | ||||
Bitche | Heerlijkheid | Naar Zweibrücken | |||
Blamont | Heerlijkheid | ||||
Blankenburg | Graafschap (1123) 1707: Vorstendom in hetRijksgebied |
Low Sax | c1082 1180: Afgesplitst uit het oude stamhertogdom Saksen |
Before 1180: leen van het oude hertogdom Saksen, tot de keizer Hendrik de Leeuw afzet 1180: Als een leen van prinsbisdom Halberstadt bij de verdeling van het oude hertogdom Saksen 1368: Geërfd door graafschap Regenstein 1599: Graven sterven uit, leen keer terug naar Halberstadt, prins-bisschop beleend een familielid van uit de Welfen 1651: in personele unie met het Brunswick-Luneburse vorstendom Wolfenbüttel 1707: einde van Halberstadt's macht 1731: Brunswick-Lunenburgian Wolfenbüttel sterft uit, Blankenburg erft Wolfenbüttel 1806: Aangehecht aan het koninkrijk Westfalen 1814: Blankenburg en Wolfenbüttel samengevoegd in het hertogdom Brunswijk | |
Blankenheim | Heerlijkheid (1112) 1380: Graafschap 1461: HRR graafschap Manderscheid en Blankenheim |
1149: Afgesplitst uit Blankenheim-Schleiden | 1112: eerste vermelding van de heer van Blankenheim Krijgt de heerlijkheden Kronenburg, Junkerath, Dollendorf, Gerolstein, Erp, Neuerburg, Oberkail, Falkenstein, Bettingen, Manderscheid, Osann-Monzel 1406: Graven van Blankenheim stierven uit; doorgegeven door vrouwelijke afstammelingen aan de heren van Heinsberg Naar de graven van Manderscheid 1699: Keizerlijk domein Graven van Manderscheid-Blankenheim sterven uit; doorgegeven door huwelijk aan de graven van Sternberg 1803: Geannexeerd door Frankrijk 1816: Bij Pruisen | ||
Blankenheim and Gerolstein | Graafschap | Low Rhen | 1488: Afgesplitst uit Blankenheim | 1533: Verdeeld in Blankenheim en Blankenheim-Gerolstein | |
Blankenheim-Schleiden | Heerlijkheid | c1115 | 1149: verdeeld in Blankenheim en Schleiden | ||
Bludenz | Graafschap | 1394: Bij Oostenrijk | |||
Blumenegg | Heerlijkheid 1396: Keizerlijk graafschap |
1804: Heerlijkheid Blumenegg-Sankt Gerold bij Oostenrijk | |||
Bohemen | Vorstendom (845) Hertogdom 1198: Koninkrijk |
None | EL | c890: Gaat bij het keizerrijk | 1356: Keurvorst |
Bonndorf | Graafschap | Swab | |||
Boos | Heerlijkheid | 1803: Bij het vorstendom Babenhausen voor het huis Fugger | |||
Bopfingen | Keizerlijke vrijstad | Swab | SW | c1250 | 1803: Aangehecht bij Württemberg |
Bouillon | Graafschap Hertogdom |
959; 1496; 1559 | 1095, 1522: Aangehecht bij het prinsbisdom Luik) 1552, 1676: Geannexeerd door Frankrijk | ||
Brabant | Landgraafschap (1085/1086) 1090: Hertogdom1183/1184: Hertogdom Claimt de status van aartshertogdom |
Burg | PR | 1000s: Ontstaat uit de splitsing van het hertogdom Neder-Lotharingen in verschillende kleinere feodale staten. | 1283: Jan I van Brabant kocht het hertogdom Limburg van Adolf V van Berg 1430: Doorgegeven aan het hertogdom Bourgondië 1477: Doorgegeven aan het huis Habsburg 1512: Bourgondische Kreits 1556: Doorgegeven aan de Spaanse Habsburgers 1582: HRR Raad van Vorsten 1609: Noord-Brabant toegekend aan de Verenigde Provinciën; zuidelijke deel blijft deel van de Spaanse (later Oostenrijkse) Nederlanden. |
Brakel | Keizerlijke stad | Low Rhen | RH | Beheerd door de Bp. van Paderborn | |
Brandenburg | Markgraafschap 1356: HRR keurvorst |
Upp Sax | EL | 1157: Originele benaming "Noordmark" | 1415: Hohenzollerns kopen Brandenburg van het HRR |
Brandenburg | Prinsbisdom | Upp Sax | EC | 949 | 1569: Aangehecht bij de seculiere staat mark Brandenburg |
Brandenburg-Ansbach | Markgraafschap | Franc | PR | 1440 als verdeling van het Bgv. Neurenberg | 1582: HRR Raad van Vorsten 1791: Doorgegeven aan Brandenburg |
Brandenburg-Bayreuth | Markgraafschap | Franc | PR | 1440 als een verdelding van het Bgv. Neurenberg | 1582: HRR Raad van Vorsten 1769: Doorgegeven aan Brandenburg-Ansbach |
Brandenburg-Bayreuth | Markgraafschap | 1655: Afgesplitst uit Brandenburg-Bayreuth | 1726: Opnieuw aangehecht aan Brandenburg-Bayreuth | ||
Brandenburg-Küstrin | Markgraafschap | 1535: Afgesplitst uit Brandenburg | 1571: Opnieuw aangehecht aan Brandenburg | ||
Brauneck | Graafschap | 1230 als een verdeling van Hohenlohe | Verschillende keren opgesplitst. 1340, 1391, 1448: Allemaal opnieuw aangehecht aan Hohenlohe | ||
Breda | Baronie | 1000s: Een directe leen van de Heilig Roomse Keizer 1327: Adelheid van Gaveren verkocht Breda aan Jan III van Brabant 1350: Breda verkocht aan Jan II van Wassebij (hertogdom 1377) 1403: Naar de graven van Nassau bij het huwelijk van Johanna van Polanen, erfgenamen van Breda, met Engelbrecht I van Nassau-Siegen | |||
Bregenz | Graafschap | Swab | SW | 950 | 802: Eerste vermelding van kasteel Bregenz 926: eerste vermelding van Ulrich VI als "Graaf van Bregenz" 970: Opsplitsing van het Huis Bregenz (Pfullendorf, Lustenau) aangehecht aan Tübingen 1152/1160: Lijn van graven van Bregenz sterft uit 1171: Huwelijk van Hugo II (Hertogdom 1182), Paltsgraaf van Tübingen met Elizabeth (Hertogdom 1216), erfgenamen van Montfort en Bregenz 1180: Aangehecht aan Montfort 1451/1458: Aangehecht aan Oostenrijk 1782: Aangehecht aan Beieren |
Brehna | Graafschap | ||||
Breisgau | Graafschap Landgraafschap |
n/a | SW | 771 | 1077: aangehecht bij het Huis Zähringen 1512: Oostenrijkse Kreits |
Breisgau | Hertogdom | Aust | SW | 1801 | 1803: Hernoemd tot Breisgau-Modena |
Breisgau-Modena | Hertogdom | Aust | SW | 1803 | 1805: Verdeeld tussen Baden en Württemberg |
Breitenbrunn | HRR heerlijkheid | ||||
Breiteneck Breitenegg |
HRR heerlijkheid (1631) | Bav | 1129: Kasteel Breitenegg en de heerlijkheid Breitenbrunn worden geregeerd door de heren van Breitenbrunn 1247-1289: Eerste eigenaar was met zekerheid Werner V van Laaber 1500: Beierse Kreits Verkocht aan de graven van Hirschberg 1302: Verkocht aan Hadamar II van Laaber 1433: Gekocht door Hendrik van Gumppenberg 1463: Teruggekocht door Ulrich van Laaber 1465: Verkocht aan Koenraad von Pappenheim 1473: Verkocht aan Martin en Lodewijk van Wildenstein 1583: Wildenstein lijn sterft uit 1592: Heerlijkheid verdeeld tussen Neuburg en Beieren 1624: Door Maximiliaan I van Beieren gegeven aan Tilly (sterft uit in 1724) als cadeau 1744: geërfd door de heren van Gumppenberg 1792: verkocht aan Karel Theodoor van Beieren in personele unie | ||
Bremen | Prinsaartsbisdom (1072) 1180: HRR prinsaartsbisdom 1648: Hertogdom |
Low Sax | EC | 1180: Afgesplitst uit het stamhertogdom Saksen | 805: Prinsbisdom gesticht 848-1072: In personele unie met het prinsbisdom van Hamburg 1648: geseculariseerd als het hertogdom Bremen, geregeerd als Bremen-Verden in personele unie met het vorstendom Verden |
Bremen | Keizerlijke stad (1646) | Low Sax | RH | 1202 | 1358: Gaat bij de Hanze 1810: Geannexeerd door Frankrijk 1815: Vrije stad |
Bremen-Verden | Hertogdom Bremen en vorstendom Verden | Low Sax | 1648: Het geseculariseerde Bremen en prinsbisdom Verden, altijd bestuurd in een personele unie | 1648: In personele unie met Zweden 1712: Deense bezetting 1715: Verkocht aan het keurvorstendom Hannover 1719: in personele unie met Hannover 1807: aangehecht aan het koninkrijk Westfalen 1810: Aangehecht aan Frankrijk 1813: in personele unie met Hannover 1814/1823: Gaat op in het koninkrijk Hannover als regio. | |
Brehna | Baronie | 1156 | 1290: Aangehecht aan het hertogdom Saksen-Wittenberg | ||
Bretzenheim HRR prins van Bretzenheim en graaf van Lindau |
HRR Graaf van Bretzenheim (1774) 1790: HRR vorstendom |
Upp Rhen | 1790 Voor de tak Wittelsbach-Bretzenheim | 1769: Graven van Heydeck Bij Velen 1780: Heer van Bretzenheim 1790: Keizerlijk domein 1802: Centraal Duits gebied aangehecht bij het Hessen-Darmstadt 1803: Prins krijgt het graafschap Lindau am Bodensee 1804: Zuid Duitse gebieden aangehecht bij Oostenrijk | |
Brixen | Prinsbisdom (1027) 1179: Prinsbisdom |
Aust | EC | 1179 | 1512: Oostenrijkse Kreits 1793: Raad van Vorsten 1803: Geseculariseerd en aangehecht bij Oostenrijk Bij Krain (Krain) 1805: Bij Beieren 1814: Bij Oostenrijk 1918: Bij Italië |
Broich | Heerlijkheid | 1093: eerste vermelding van de heren van Broich | 883: Kasteel Broich voor de verdediging tegen Vikingaanvallen Onder het bewind van de hertogen van Berg Vrij van de hertogen van Berg 1372: Lijn van heren van Broich sterft uit; doorgegeven aan het graven van Limburg-Styrum 1413: Hertogen van Berg winnen het bewind terug van de graven van Limburg 1432: Hertogen van Kleef veroveren Broich 1439: Begin van een nieuwe lijn graven van Limburg-Broich 1508: naar de graven van Dhaun-Falkenstein 1682: Naar de graven van Leiningen 1806: Heerlijkheid Broich verdwijnt | ||
Bruchhausen | Graafschap | 1199 | 1234: Opgesplitst 1338, 1388: Aangehecht bij het graafschap Hoya | ||
Bruchsal en Odenheim | Abdij | 1793: Raad van Vorsten | |||
Brunswijk | Hertogdom | n/a | n/a | 1267: Opgesplitst in Brunswijk en Lüneburg | |
Brunswick-Bevern | Hertogdom | 1666: Afgesplitst uit Brunswijk-Wolfenbüttel | 1735: Aangehecht bij Brunswijk-Wolfenbüttel 1735: Afgesplitst uit Brunswijk-Wolfenbüttel | ||
Brunswijk-Calenberg | Hertogdom | Low Sax | PR | 1495: Afgesplitst uit Brunswijk-Wolfenbüttel | 1584: Aangehecht bij Brunswijk-Wolfenbüttel |
Brunswijk-Calenberg-Göttingen | Hertogdom | Low Sax | PR | 1641: Afgesplitst uit Brunswijk-Lüneburg | 1692: Werd het Brunswijk-Lüneburg |
Brunswijk-Celle | Hertogdom | Low Sax | PR | 1527: Afgesplitst uit Brunswick-Lüneburg | 1569: Verdeeld in Brunswick-Dannenburg en Brunswijk-Lüneburg |
Brunswijk-Celle | Hertogdom | Low Sax | PR | 1641: Afgesplitst uit Brunswijk-Lüneburg | 1705: Aangehecht aan het keurvorstendom Hannover |
Brunswijk-Göttingen | Hertogdom | n/a | n/a | 1279: Afgesplitst uit Brunswijk | 1345: Verdeeld in zichzelf en Brunswijk-Wolfenbüttel 1442: Aangehecht aan Brunswijk-Wolfenbüttel |
Brunswijk-Grubenhagen | Hertogdom | Low Sax | PR | 1279: Afgesplitst uit Brunswijk | 1322: Verdeeld in zichzelf en Brunswick-Osterode 1526: Aangehecht aan Brunswijk-Osterode |
Brunswijk-Lüneburg Hertog van Brunswijk en Lüneburg |
Hertogdommen van Brunswick en Luneburg (1235) | Low Sax | PR | 1235: Keizer Frederik II creëert de hertogdommen van Brunswijk en Lüneburg 1267: Verdeeld in Brunswijk en Lüneburg 1285: Hertogdom Brunswijk verdeeld in Brunswijk-Wolfenbüttel, Brunswijk-Göttingen en Brunswijk-Grubenhagen 1292: Brunswijk-Wolfenbüttel lijn sterft uit 1345: Nieuwe lijn van Brunswijk-Wolfenbüttel gesticht 1369: Lijn van de hertogen van Lüneburg serft uit 1369: Bij Saksen 1388: Lüneburg opgenomen in Brunswijk-Wolfenbüttel 1432: Brunswijk verdeeld in Brunswijk-Calenberg en Brunswijk-Wolfenbüttel 1463: Oude Brunswijk-Göttingen sterft uit 1396: Brunswijk-Grubenhagen lijn sterft uit 1527: Verdeeld 1582: Erft 1/2 van het graafschap Hoya 1585: Erft het graafschap Diepholz 1633: Erft het vorstendom Grubenhagen 1689: Erft het hertogdom Launeburg Geërfd door Calenberg (personele unie) | |
Brunswijk-Wolfenbüttel | Hertogdom | Low Sax | PR | 1345: Afgesplitst uit Brunswijk-Göttingen | 1373: Verdeeld in zichzelf, Brunswijk-Einbeck en Brunswijk-Lüneburg 1495: verdeeld in zichzelf en Brunswijk-Calenberg 1666: Verdeeld in zichzelf en Brunswijk-Bevern 1735: Verdeeld in zichzelf en Brunswijk-Bevern |
Buchau | Abdij (c. 770) 1447: HRR vorstin-overste |
Swab | 1625: Verwerft de heerlijkheid Strassberg 1793: Raad van Vorsten 1803: Geseculariseerd en aan de prins van Thurn und Taxis gegeven 1806: Aangehecht aan Württemberg; Strassberg bij Hohenzollern-Sigmaringen | ||
Buchau | Keizerlijke stad | Swab | SW | c1250 | 1803: aangesloten bij Thurn und Taxis 1806: Aangehecht aan Württemberg |
Buchhorn (Friedrichshafen) | Keizerlijke stad | Swab | SW | 1089 | 1803: aangesloten bij Württemberg |
Burgau | Markgraafschap | 1212 | 1301: Verworven door de Oostenrijkse Habsburgers 1304: Keizerlijke leen van Burgau gegeven aan de zonen van koning Albert I | ||
Burgbrohl | Heerlijkheid | 1451: Afgesplitst uit Saffig | 1533: aangehecht aan Saffig-Olbrück | ||
Vrijgraafschap Bourgondië Franche-Comté |
Vrij Graafschap (915) Paltsgraafschap |
Burg | PR | 1127 | 1330: Doorgegeven aan het hertogdom Bourgondië 1405-1556: Naar de hertogen van Bourgondië 1556: Naar de Habsburgse koningen van Spanje 1678: Aangehecht aan Frankrijk |
Bourgondië | Hertogdom | 1582: HRR Raad van Vorsten | |||
Bürresheim Burresheim |
Heerlijkheid | ||||
Burtscheid | Abdij | 997 | 1793: Raad van Vorsten | ||
Butzweiler | Heerlijkheid | ||||
Buxheim | Abdij |