Naar inhoud springen

Resolutie 1345 Veiligheidsraad Verenigde Naties

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Resolutie 1345
Van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties
Datum 21 maart 2001
Nr. vergadering 4301
Code S/RES/1345
Stemming
voor
15
onth.
0
tegen
0
Onderwerp Kosovo-oorlog
Beslissing Eiste dat extremistische gewapende groeperingen in Macedonië, Zuid-Servië en Kosovo de wapens neerlegden.
Samenstelling VN-Veiligheidsraad in 2001
Permanente leden
Niet-permanente leden
Vlag van Bangladesh Bangladesh · Vlag van Colombia Colombia · Vlag van Ierland Ierland · Vlag van Jamaica Jamaica · Vlag van Mali Mali · Vlag van Mauritius Mauritius · Vlag van Noorwegen Noorwegen · Vlag van Singapore Singapore · Vlag van Tunesië Tunesië · Vlag van Oekraïne Oekraïne
Albanezen in Macedonië anno 2002.
Albanezen in Macedonië anno 2002.

Resolutie 1345 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werd unaniem door de VN-Veiligheidsraad aangenomen op 21 maart 2001. De resolutie eiste dat gewapende groeperingen in Macedonië, Servië en Kosovo de wapens neerlegden.

Zie Kosovo-oorlog voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Toen Joegoslavië begin jaren 1990 uiteenviel ontstond een bloedige oorlog onder de voormalige deelrepublieken, waarvan de meeste onafhankelijk werden. Eén daarvan was de confederatie Servië en Montenegro, met haar zuidelijke provincie Kosovo. Het overgrote deel van de Kosovaarse bevolking bestaat uit Albanezen, waardoor de provincie onder Joegoslavië een grote autonomie kende. Die werd na het uiteenvallen door Servië ingetrokken, waarna het verzet tegen het land aangroeide. In 1996 nam het Kosovaarse Bevrijdingsleger de wapens op. Na internationale tussenkomst kwam Kosovo onder VN-bestuur te staan, en in 2008 verklaarde het zich onafhankelijk.

Macedonië ondernam stappen om een multi-etnische samenleving op te bouwen. Ook de Federale Republiek Joegoslavië (Servië en Montenegro) had een plan opgevat om de crisis in het zuiden van het land vreedzaam op te lossen en de Albanese bevolkingsgroep te herintegreren.

De Veiligheidsraad veroordeelde het geweld en de terreur in bepaalde delen van Macedonië en Zuid-Servië. Dat geweld werd gesteund door Albanese extremisten van elders. Van zij die gewapenderwijs streden tegen de autoriteiten van die landen werd geëist dat ze de wapens neerlegden en huiswaarts keerden. Alle geschillen moesten via de dialoog worden opgelost. Ook Albanië spande zich in voor de vrede en om extremisten te isoleren. Kosovaarse en andere etnisch-Albanese leiders werden opgeroepen het geweld te veroordelen en zich in te zetten voor de vrede. Zij die contact hadden met de extremisten werden opgeroepen hen duidelijk te maken dat ze van niemand steun kregen.

Verwante resoluties

[bewerken | brontekst bewerken]
Originele werken bij dit onderwerp zijn te vinden op de pagina United Nations Security Council Resolution 1345 op de Engelstalige Wikisource.