baksteenrood
Uiterlijk
- Geluid: baksteenrood (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɑkstenˌrot / (3 lettergrepen)
- bak·steen·rood
- samenstelling van baksteen zn en rood
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baksteenrood | - |
verkleinwoord | - | - |
het baksteenrood o
- (kleur) bruinrode kleur van uit ijzerhoudende klei gebakken bouwstenen
- ▸ In 1936 / 1937 zat het donkerder rood ook al op de vuurtoren", zegt ze. "We brengen deze kleur terug, mede omdat deze beter bij het baksteenrood van de bijbehorende huizen past.[1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | baksteenrood | baksteenroder | baksteenroodst |
verbogen | baksteenrode | baksteenrodere | baksteenroodste |
partitief | baksteenroods | baksteenroders | - |
baksteenrood
- met de bruinrode kleur van uit ijzerhoudende klei gebakken bakstenen
- ▸ We volgen dan ook een route die vijf dorpen aandoet en vooral hun aanvallige kerken, klein, stoer, baksteenrood en eeuwenoud.[2]
-
1. Metselwerk van baksteenrode bakstenen.
- Het woord baksteenrood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Mariël Polman (geciteerd)“Andere kleur voor vuurtoren Burgh-Haamstede” (28 augustus 2020) op omroepzeeland.nl
- ↑ Weblink bron Joyce Roodnat“Boterdiep met torens” (27 februari 2010) op nrc.nl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Kleur in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal