bospatrijs

Nederlands

gewone bospatrijs

Uitspraak

• Geluid:  bospatrijs    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bos·pa·trijs

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bos  en  patrijs zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bospatrijs	bospatrijzen
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de bospatrijs v / m

1. (hoendervogels) een vogel uit het geslacht Arborophila  en de familie fazantachtigen (Phasianidae)

Hyponiemen

   

Boultons bospatrijs Cambodjaanse bospatrijs Charltons bospatrijs Davids bospatrijs Hoses bospatrijs Indische bospatrijs Javaanse bospatrijs borneobospatrijs bruinborstbospatrijs gevlekte bospatrijs gewone bospatrijs grijsborstbospatrijs grijskeelbospatrijs groenpootbospatrijs hainanbospatrijs roodborstbospatrijs roodkeelbospatrijs roodkopbospatrijs roodsnavelbospatrijs rubehobospatrijs taiwanbospatrijs udzungwabospatrijs witkeelbospatrijs witwangbospatrijs

Gangbaarheid

• Het woord bospatrijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.