continent
Uiterlijk
- con·ti·nent
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vasteland’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘de uitscheiding kunnende beheersen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1846 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | continent | continenten |
verkleinwoord | continentje | continentjes |
het continent o
- een werelddeel
- het vasteland
- (1) werelddeel
- (2) vasteland
- (2) eiland
- subcontinent, tektonische plaat/schol, platentektoniek, geografie, aardbol, aarde, aardrijkskunde
- Eurazië, Azië, Europa, Afrika, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Antarctica, Australië, Oceanië
1. een werelddeel
- Het woord continent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "continent" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "continent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be