loskloppen/vervoeging
Uiterlijk
vervoeging van de bedrijvende vorm van loskloppen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | loskloppen | los te kloppen | ||||||||
toekomend | zullen loskloppen los zullen kloppen |
te zullen loskloppen los te zullen kloppen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben losgeklopt | te hebben losgeklopt | ||||||||
toekomend | losgeklopt zullen hebben | losgeklopt te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
loskloppend | losgeklopt | ev. klop los |
mv. verouderd klopt los |
kloppe los (bijzin) loskloppe | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | klop los | klopt los | klopt los | klopt los | klopt los | kloppen los | kloppen los | kloppen los | |||
verleden (o.v.t.) | klopte los | klopte los | klopte los | klopte los | klopte los | klopten los | klopten los | klopten los | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal loskloppen | zult/zal loskloppen | zult/zal loskloppen | zult loskloppen | zal loskloppen | zullen loskloppen | zullen loskloppen | zullen loskloppen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou loskloppen | zou loskloppen | zou(dt) loskloppen | zoudt loskloppen | zou loskloppen | zouden loskloppen | zouden loskloppen | zouden loskloppen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | losklop | losklopt | losklopt | losklopt | losklopt | loskloppen | loskloppen | loskloppen | |||
verleden (o.v.t.) | losklopte | losklopte | losklopte | losklopte | losklopte | losklopten | losklopten | losklopten | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal loskloppen los zal kloppen |
zult/zal loskloppen los zult/zal kloppen |
zult/zal loskloppen los zult/zal kloppen |
zult loskloppen los zult kloppen |
zal loskloppen los zal kloppen |
zullen loskloppen los zullen kloppen |
zullen loskloppen los zullen kloppen |
zullen loskloppen los zullen kloppen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou loskloppen los zou kloppen |
zou loskloppen los zou kloppen |
zou(dt) loskloppen los zou(dt) kloppen |
zoudt loskloppen los zoudt kloppen |
zou loskloppen los zou kloppen |
zouden loskloppen los zouden kloppen |
zouden loskloppen los zouden kloppen |
zouden loskloppen los zouden kloppen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb losgeklopt | hebt losgeklopt | hebt/heeft losgeklopt | hebt losgeklopt | heeft losgeklopt | hebben losgeklopt | hebben losgeklopt | hebben losgeklopt | |||
verleden (v.v.t.) | had losgeklopt | had losgeklopt | had losgeklopt | hadt losgeklopt | had losgeklopt | hadden losgeklopt | hadden losgeklopt | hadden losgeklopt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal losgeklopt hebben | zal/zult losgeklopt hebben | zult/zal losgeklopt hebben | zult losgeklopt hebben | zal losgeklopt hebben | zullen losgeklopt hebben | zullen losgeklopt hebben | zullen losgeklopt hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou losgeklopt hebben | zou losgeklopt hebben | zou/zoudt losgeklopt hebben | zoudt losgeklopt hebben | zou losgeklopt hebben | zouden losgeklopt hebben | zouden losgeklopt hebben | zouden losgeklopt hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm losgeklopt worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt losgeklopt | er is losgeklopt | |||||||||
verleden | er werd losgeklopt | er was losgeklopt | |||||||||
toekomend | er zal losgeklopt worden | er zal losgeklopt zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou losgeklopt worden | er zou losgeklopt zijn | |||||||||
lijdende vorm losgeklopt worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | losgeklopt worden | losgeklopt te worden | ||||||||
toekomend | losgeklopt zullen worden | losgeklopt te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | losgeklopt zijn | losgeklopt te zijn | ||||||||
toekomend | losgeklopt zullen zijn | losgeklopt te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word losgeklopt | wordt losgeklopt | wordt losgeklopt | wordt losgeklopt | wordt losgeklopt | worden losgeklopt | worden losgeklopt | worden losgeklopt | |||
verleden (o.v.t.) | werd losgeklopt | werd losgeklopt | werd losgeklopt | werdt losgeklopt | werd losgeklopt | werden losgeklopt | werden losgeklopt | werden losgeklopt | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal losgeklopt worden | zult losgeklopt worden | zult losgeklopt worden | zult losgeklopt worden | zal losgeklopt worden | zullen losgeklopt worden | zullen losgeklopt worden | zullen losgeklopt worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou losgeklopt worden | zou losgeklopt worden | zou/zoudt losgeklopt worden | zoudt losgeklopt worden | zou losgeklopt worden | zouden losgeklopt worden | zouden losgeklopt worden | zouden losgeklopt worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben losgeklopt | bent losgeklopt | bent/is losgeklopt | zijt losgeklopt | is losgeklopt | zijn losgeklopt | zijn losgeklopt | zijn losgeklopt | |||
verleden (v.v.t.) | was losgeklopt | was losgeklopt | was losgeklopt | waart losgeklopt | was losgeklopt | waren losgeklopt | waren losgeklopt | waren losgeklopt | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal losgeklopt zijn | zult losgeklopt zijn | zult losgeklopt zijn | zult losgeklopt zijn | zal losgeklopt zijn | zullen losgeklopt zijn | zullen losgeklopt zijn | zullen losgeklopt zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou losgeklopt zijn | zou losgeklopt zijn | zou/zoudt losgeklopt zijn | zoudt losgeklopt zijn | zou losgeklopt zijn | zouden losgeklopt zijn | zouden losgeklopt zijn | zouden losgeklopt zijn |