mezoeza
Uiterlijk
- me·zoe·za
- me·zoe·za
- Leenwoord uit het Hebreeuws, in de betekenis van ‘aan deurpost bevestigd fragment van het ot’ voor het eerst aangetroffen in 1899 [1]
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'deurpost' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mezoeza | mezoeza's (mezoezot) |
verkleinwoord | mezoezaatje | mezoezaatjes |
- (Jiddisch-Hebreeuws) kokertje aan deurpost met teksten uit het Bijbelboek Deuteronomium, om te herinneren aan de geboden
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord mezoeza staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.