privéfirma
Uiterlijk
- Geluid: privéfirma (hulp, bestand)
- pri·vé·fir·ma
- samenstelling van privé bn en firma zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | privéfirma | privéfirma's |
verkleinwoord | privéfirmaatje | privéfirmaatjes |
- (economie) een onderneming die in het bezit is van particulieren; particulier bedrijf
- ▸ Het screenen van mensen begon al in oktober vorig jaar. Naar verwachting zal alles binnen een paar weken afgerond zijn. Nu zijn het vooral nog de 10.000 bewakingsagenten die G4S, een privéfirma, zal inzetten die gecontroleerd moeten worden. In totaal schakelt G4S maar liefst 23.700 mensen in tijdens de Spelen.[1]
- ▸ De door schandalen achtervolgde Spaanse koning-emeritus Juan Carlos heeft een schuld van ruim vier miljoen euro bij de Spaanse belastingdienst vereffend. Volgens het Spaanse dagblad El País waren de achterstallige belastingen verschuldigd voor vluchten die hij kreeg aangeboden van een privéfirma, maar die hij niet had aangegeven.[2]
- Het woord privéfirma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Londen zet grof geschut in: 500.000 mensen gescreend voor Olympische Spelen” (06-06-2012,), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Spaanse koning Juan Carlos betaalt ruim vier miljoen euro belastingschuld” (26 feb. 2021), De Telegraaf