serie

Niet te verwarren met: Serie, série

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  serie    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈseri / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• se·rie

Woordherkomst en -opbouw

• van Frans  , in de betekenis van ‘reeks’ voor het eerst aangetroffen in 1885

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	serie	series seriën
verkleinwoord	serietje	serietjes

Zelfstandig naamwoord

de serie v

1. delen van een geheel in een bepaalde volgorde

   • Er wordt weer een serie kinderpostzegels uitgegeven. 

2. aantal gelijkvormige zaken

   • Uit een van de koffers die nog onuitgepakt in een hoek stonden haalde ik een exemplaar van de eerste serie. 1968. Mijn vader had met dit ontwerp het hele Midden-Oosten plat gekregen. Mijn moeder eigenlijk. Het was haar idee geweest. Of haar schuld, zoals ze zelf zei, toen in datzelfde jaar oma de geest gaf.  

   ▸ Elke keer als ik in een dorpje aankwam en de nieuwe donaties zag binnenkomen maakte ik weer een hele serie.

Synoniemen

• reeks

Hyponiemen

   

animatieserie detectiveserie filmserie jeugdserie kinderserie komedieserie letterserie miniserie politieserie sciencefictionserie soapserie stripserie tekenfilmserie treinserie tv-serie vervolgserie ziekenhuisserie

Afgeleide begrippen

   

seriefabricage seriemoord seriemoordenaar seriemoordenares seriemotor serienummer serieproduct serieproductie seriepublicatie serieschakeling serieverkrachter seriewedstrijd serieweerstand seriewerk

Vertalingen

    1. een aantal elementen op volgorde   

Engels: series (en), set (en) IJslands: þáttur (is) m

Spaans: serial (es) m, serie (es) v

Gangbaarheid

• Het woord serie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "serie" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.