tenue
Uiterlijk
- te·nue
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uniform, kostuum’ voor het eerst aangetroffen in 1862 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tenue | tenues |
verkleinwoord | tenuetje | tenuetjes |
het tenue o
- kleding die bij een bepaalde groep, klasse, gelegenheid of periode uit de geschiedenis hoort
- Het ceremoniële tenue van de Koninklijke Marechaussee is het uniform dat de leden van de Koninklijke Marechaussee dragen bij officiële gelegenheden
- Het woord tenue staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tenue" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "tenue" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be