videovergadering
Uiterlijk
- vi·deo·ver·ga·de·ring
- samenstelling van video zn en vergadering zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | videovergadering | videovergaderingen |
verkleinwoord |
de videovergadering v
- bijeenkomst van verschillende mensen op grotere fysieke afstand waarbij men gebruikmaakt van een beeld- en geluidsverbinding
1. bijeenkomst van verschillende mensen op grotere fysieke afstand waarbij men gebruikmaakt van een beeld- en geluidsverbinding
- Het woord videovergadering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Charlotte Waaijers“540 miljard euro voor coronahulp, waar komt dat geld vandaan?” (10-04-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Von der Leyen wil reizen naar de EU inperken” (16-03-2020), NOS